Met betrekking tot begeleiders hanteert DHC, in navolging van de KNHB, de volgende gedragsregels:

1. Zorgplicht en Veilige Omgeving: Begeleiders moeten zorgen voor een veilige omgeving voor de sporters. Overtredingen van deze norm omvatten:
2. Niet onmiddellijk stoppen of laten stoppen van seksuele intimidatie wanneer de begeleider hiervan getuige is of op de hoogte wordt gesteld;
3. Participeren in of aanmoedigen van seksuele intimidatie;
4. Creëren of in stand houden van een seksueel geladen sfeer door woord, gedrag, of omgeving;
5. Op niet-functionele wijze bekijken van sporters met nadruk op geslachtskenmerken;
6. Ingaan op verliefde gevoelens of seksuele verlangens van minderjarige sporters;
7. Geen hulp bieden aan slachtoffers van seksuele intimidatie;
8. Niet adequaat uitvoeren van begeleiderstaken waardoor seksuele intimidatie mogelijk wordt.
   
   Seksuele intimidatie omvat ongewenst verbaal, non-verbaal, of fysiek gedrag met een seksuele duiding, zoals omschreven in artikelen 239 t/m 250 van het Wetboek van Strafrecht.
   
   
9. Respect voor Privéleven: Begeleiders respecteren de waardigheid en privacy van sporters. Overtredingen omvatten:
10. Uitoefenen van dwang of gebruikmaken van machtsverschil voor seksuele handelingen;
11. Aangaan van seksuele relaties met minderjarige sporters in machtsongelijke relaties;
12. Onnodig of zonder toestemming binnentreden of naar binnen kijken in privéruimtes zoals kleedkamers of douches;
13. Verrichten van sporttechnische handelingen die niet tot de bekwaamheid en taken van de begeleider behoren;
14. Privé uitnodigen van sporters bij de begeleider thuis zonder noodzaak vanuit de begeleidingstaak;
15. Systematisch isoleren van sporters zonder sporttechnische reden.
    
    
16. Verbod op Seksuele Handelingen: Seksuele handelingen en relaties tussen begeleiders en sporters jonger dan 16 jaar zijn onder geen beding toegestaan en worden als seksueel misbruik beschouwd.
    
    
17. Ongepaste Aanrakingen: Begeleiders mogen sporters niet aanraken op een manier die als seksueel of erotisch kan worden ervaren. Overtredingen omvatten:
18. Tegen de wens van de sporter naar zich toe trekken, omarmen of kussen;
19. Aandrukken tegen de sporter;
20. Aanraken van erogene zones onder het mom van instructie;
21. Negeren van sporters' wensen om niet aangeraakt te worden.
    
    
22. Verbale Intimiteiten: Begeleiders onthouden zich van seksueel getinte opmerkingen. Overtredingen omvatten:
23. Grove seksueel getinte opmerkingen en schuine moppen;
24. Grapjes of onthullingen over andermans seksleven;
25. Opmerkingen over iemands seksuele leven of geaardheid;
26. Niet-functionele vragen over het seksleven van sporters;
27. Onthullingen over eigen seksleven of verlangens.
    
    
28. Bescherming tegen Schade: Begeleiders beschermen sporters tegen schade en machtsmisbruik door seksuele intimidatie. Overtredingen omvatten:
29. Nalaten melding te doen bij bevoegd gezag van seksuele intimidatie;
30. Ontmoedigen of beletten van anderen om melding te doen;
31. Niet meewerken aan onderzoeken naar seksuele intimidatie.
    
    
32. Verboden Vergoedingen: Begeleiders geven geen vergoedingen met de bedoeling om erotische of seksuele tegenprestaties te vragen. Overtredingen omvatten:
33. Aanbieden van vergoedingen voor seksuele tegenprestaties;
34. Accepteren van seksuele tegenprestaties als vergoeding voor begeleiding.
    
    
35. Toezicht op Naleving: Begeleiders zien erop toe dat deze regels worden nageleefd door iedereen die betrokken is bij de sporters. Overtredingen omvatten:
36. Niet aanspreken van personen op hun gedrag bij seksuele intimidatie;
37. Niet ingrijpen bij incidenten van seksuele intimidatie.
    
    
38. Handelen in de Geest van de Regels: Begeleiders handelen in de geest van deze gedragsregels, zelfs als situaties niet direct in de regels zijn opgenomen.
    
    
39. Ingrijpen bij Onveilige Situaties: Begeleiders grijpen in bij gedragingen of situaties die de sociale veiligheid bedreigen, ook als deze niet specifiek in de gedragscode staan.
    
    
40. Professionaliteit en Voorbeeldfunctie: Van begeleiders wordt verwacht dat zij professioneel handelen en zich bewust zijn van hun voorbeeldfunctie, ongeacht of zij al dan niet een vergoeding ontvangen voor hun begeleiding.

Deze gedragsregels zijn ook opgenomen in het Reglement Ongewenst Gedrag van DHC.